HOOFDSTUK 8.  OVERPEINZINGEN

Goed, dacht Smilbjörn. Hij liet het dubbeltje dansen in zijn hand. Hij had het huis voor zichzelf – Katinka was al weg. Het magische dubbeltje glinsterde in het licht van de schemerlampen. Talk to me, mompelde Smilbjörn.

Grinsbjörn. Aan de overkant van een oceaan. Drie koeien en een leeg boterhammenzakje. Eindeloos open luchten. De totale leegte van een nieuwe wereld en geen weg terug. Een herfstblad waait tegen je mouw. Alle opties open en geen kant om op te gaan, dubbeltje op zijn kant. Talk to me… Nieuwe wereld. Onbeperkte mogelijkheden. Onzekere toekomst. Gesloten couverts, ondoorzichtige enveloppen. Rammelende pakjes. Tastende autoriteiten, dappere muizen, vuile rotpoesen.. Smilbjörn veegt en pluisje van zijn mouw.

Geld, denkt hij. Het gaat niet omgeld. “Gift ze nooit niks veur niks,” had Berrie gezegd. Geen geld, geen giften. Maar wat dan? Een gave? Hij neemt de avondkrant in de hand. Voorpagina. De advertentie licht op als een kristallen knipperbol.

(wordt vervolgd...)

                               TERUG               INHOUD            VERDER